Een jachthaven spande een rechtszaak aan voor de hoeveelheid te betalen belasting over de liggelden. De haveneigenaar was van mening dat voor zijn ligplaatsen het verlaagde btw-tarief van 6% kan worden toegepast.
Hoger beroep
Rechtbank Noord-Nederland oordeelde echter anders: de haven geeft volgens de rechtbank geen gelegenheid tot de eigenlijke sportbeoefening onder terbeschikkingstelling van een sportaccommodate. Het beroep zou ongegrond zijn. Volgens het hof is er eerder sprake van de verhuur van parkeerruimte voor boten. De jachthaven gaat in cassatie (in hoger beroep).
Teruggave
Advocaat-generaal Ettema van de Hoge Raad concludeert echter dat de verhuur van lig- en bergplaatsen een enkele dienst is, en dat deze dienst wel degelijk verband houdt met het gebruik van een accommodatie die nodig is voor de sportbeoefening. De A-G adviseert tot teruggave van € 16.501 aan teveel op aangifte voldane btw.